Berlijnse bollen

Makkelijk recept om zelf lekkere Berlijnse bollen te maken ofwel snel gevuld met confituur ofwel met zelfgemaakte banketbakkersroom. Dit is een zeer klassiek recept, maar met tip hoe een niet te vettige bol te bakken.

Een Berlijnse of Duitse bol is een gistdeeg dat eerst gefrituurd wordt. De bollen worden dan opengesneden en gevuld met banketbakkersroom, vanillepudding of confituur en bestrooid met poedersuiker. Je kan ook een schijf deeg nemen waarin je in het midden een lepel confituur legt, een andere deegschijf erover plakt en de bol zo een tweede maal laat rijzen alvorens dan in zijn geheel te frituren (kan je daarna dus onmiddellijk serveren zonder verder open te snijden noch te vullen).

Ga je banketbakkersroom maken, dan kan je naargelang je methode jezelf veel of weinig werk aanmeten. Makkelijkst is gewoon vanillepudding maken met volle melk en een pakje vanullepudding.

Of je mengt bijvoorbeeld 125 gram griessuiker met 20 gram maïzena en zaadjes van een half vanillestokje. Klop hierin 4 eierdooiers luchtig op, voeg onder voortdurend roeren melk toe en verwarm onder voortdurend roeren tot de pudding indikt.

Of je gaat de eieren de binding laten maken: breng een halve liter melk met vanillezaadjes en stokje aan de kook zonder aan te branden en neem van het vuur. In een kom klop je 4 eieren superluchtig (wit) op met een elektrische mixer met kloppers. Voeg dan de hete melk langzaam onder voortdurend roeren bij de wit geklopte dooiers. Giet dan alles weer in de kookpot, zet op een zeer laag vuur en roer met een houten lepel tot de room begint in te dikken (en je met een vinger een lijn door de pudding op de houten lepel kan trekken die zichtbaar blijft omdat de dikke pudding niet meer uitloopt).

Berlijnse bollen gistdeeg ingrediënten

• banketbakkersroom van 500 ml melk
  (of zie tips hierboven)
• 500 gram gewone patisseriebloem
• 1 ei
• 25 gram verse gist
• 225 ml lauw water
• 40 gram zachte, echte boter
• 40 gram suiker
• 5 gram zout

Hoe Berlijnse bollen maken

1. Breek het ei in een mengkom van een keukenrobot en doe er de bloem bij.
2. Breek de verse gist in het lauwe water, en meng met een vork door mekaar. Als er geen klontertjes gist meer in het water zijn, giet je het bij de bloem.
3. Voeg de boter toe en meng met een kneedhaak op lage snelheid. Als het deeg homogeen gemengd is, voeg je de suiker toe en daarna het zout. Meng verder tot een homogeen deeg.
4. Je hebt nu een toch wel ietwat nog plakkerig deeg.
5. Strooi bloem op een keukentafel, leg het deeg erop, strooi er nog wat bloem over en maak er een grote bol van.
6. Doe de bol in een kom, dek af met plastiekfolie en laat rijzen op een warme plaats of een oven van 35 graden tot het volume wat verdubbeld.
7. Strooi opnieuw bloem op tafel, het rekkend deeg erop, wat bloem erover strooien, opbollen en in 8 gelijke stukken snijden (in 2, nog eens in 2 en nog eens in 2).
8. Elk deegstukje bol je op: de buitenkant is dan mooi rond en het deeg is zowat naar de onderkant samengekomen. Je kan ook op 1 deegschijfje wat confituur leggen en er dan een ander deegschijfje bovenop plakken door de rand van het deeg rondom de confituur nat te maken zodat het deeg beter plakt:
    
9. Leg de bollen op een bakplaat met boterpapier met goed wat ruimte ertussen. Leg er een droge keukenhanddoek over en laat weer rijzen tot pistolet grootte. Gebruik wel degelijk een droge handdoek, zodat er een droog korstje op de bol komt, waardoor de bol minder vet gaat opslorpen tijdens het frituren. En leg de bollen met het droge korstje naar beneden in de olie als je gaat frituren.
10. Bakt de bollen ofwel anderhalve minuut op elke kant (op 170-180 graden) of draai de bollen 4 keer om zodat beide kanten gelijkmatig frituren.
11. Laat de Berlijnse bollen uitlekken op keukenpapier, zaag open met een zaagmes, vul met banketbakkersroom (schep met een lepel of smeer met een mes, of gebruik een spuitzak), zet het deksel er weer op en serveer met poedersuiker erover gestrooid.