Breng de melk aan de kook en giet er de karnemelk bij zodat de melk zal schiften.
Laat 10 minuten pruttelen en giet door een neteldoek. Laat een nacht uitlekken in de koelkast zodat je droge matten bekomt.
Doe de matten in een kom en breek/wrijf met je vingers tot "couscous".
Voeg er de 4 eierdooiers aan toe + zaadjes van 2 vanillestokjes en roer door elkaar.
Voeg er dan 100 gram suiker en het amandelpoeder bij en roer door elkaar.
Klop het eiwit met 100 gram suiker stijf en spatel door het mattenmengsel. Jeroen voegt er ook nog 1 dopje van een klein flesje amandelextract aan toe.
Oven voorverwarmen op 225 graden.
Rol met een deegrol de vellen bladerdeeg wat dunner uit op een bebloemd werkvlak.
Beboter en bebloem de kleine taartvormpjes.
Zet al je vormpjes naast elkaar zodat je er in 1 keer 1 vel bladerdeeg over kan leggen. Met een bolletje bladerdeeg in je hand duw je het vel bladerdeeg tegen de wanden van de vormpjes. Het teveel aan bladerdeeg nog niet wegsnijden!
Verdeel de taartvulling over de taartjes: niet te vol (ongeveer 3/4de vol) want de mattenvulling zal nog wat rijzen.
Bedek alles met het andere vel bladerdeeg en duw dan met je vingers rondom de randen zodat je het overtollige bladerdeeg van de vormpjes duwt en je dus individuele taartjes overhoudt.
Klop het laatste ei los en bestrijk er met een borsteltje de taartjes mee.
Knip er met een schaar in het midden een kruisje in (dus 2 keer knippen).
Laat de mattentaartjes een kwartiertje bakken op 225 graden. Laat afkoelen alvorens te ontvormen.