Neem een brede soeppot met dikke boden en verwarm er de olie in.
Snijd de uien in kleine stukjes en begin aan te stoven: hoe kleiner de stukjes, hoe meer snijwerk maar ook hoe meer smaak in je bouillon.
Snijd de preistengels in ringetjes en stoof mee aan.
Ondertussen schil je de witte asperges en verwijder eventueel de voet.
Doe de aspergeschillen en de voeten bij de ui en prei en overgiet met water tot alles goed onder staat. Voeg extra tuinkruiden toe (bouquet garni: wij kozen voor verse tijm en verse citroenmelisse). Breng aan de kook, zet een deksel op de pot en laat een 3 kwartier sudderen.
Snijd de toppen van de geschilde asperges en houdt ze apart. De rest van de stengels snijd je in dunne schijfjes. Stoof ze aan in wat vetstof, gier er na enkele minuten sudderen een beetje van de bouillon bij en laat verder onder deksel stoven op een zeer laag vuurtje. Zorg ervoor dat de pot niet uitdroogt, kwestie van niets aan te bakken!
Rol het gehakt in dikke ballen en bak in 15tal minuten gaar in een pan met olijfolie.
Wanneer de aspergeschillen 3 kwartier gesudderd hebben, giet je alles door een vergiet: de groentebouillon vang je op in de pot met gestoofde aspergestukjes. Duw zoveel mogelijk bouillon door de zeef.
Voeg hierbij de gehaktballen en de aspergetoppen, breng aan de kook en laat even sudderen tot de aspergepunten gaar zijn naar wens (een 5tal minuten).
Proef en breng je heldere aspergesoep verder op smaak met peper, rotszout en indien je voelt dat er iets ontbreekt maar je weet niet wat: dan wat zuur toevoegen, zoals kwaliteitsazijn of voor een zo fris mogelijk smakende toets: vers geperst citroensap.